Thuisnetwerken

God heeft ons een opdracht gegeven om onze generatie te markeren zoals Jezus deed met de 12.

De 12 mannen die Jezus uitkoos, waren gewone mannen zoals jij, sommigen van hen waren zakenmensen maar vol fouten die door de samenleving werden veracht, anderen hadden een zeer laag profiel en waren anoniem, ook onder hen was een jonge jongen genaamd Juan. (Dit leert ons dat het evangelie voor iedereen is, ongeacht je academische graad, sociale klasse, ras, leeftijd, rijk, arm en ziek enz.)

 

Jezus riep hen, bevrijdde hen, instrueerde hen, rustte hen uit, bekrachtigde hen en stuurde hen om te genezen, te bevrijden, te dopen, demonen uit te drijven, het Koninkrijk van God aan te kondigen en te vestigen, naar de steden, dorpen en straten, vanuit de meest afgelegen plaatsen evenals grote steden. Hij veranderde ze in grote apostelen van het koninkrijk der hemelen.

 

Jezus liet een profetisch en krachtig woord los op de apostel Petrus, en daarom openbaarde hij ons dat we zouden werken onder de naam NETWERKEN van HUIZEN, met het model dat Jezus gebruikte voor de twaalf.

Ook jij kunt deel uitmaken van dit hemelse koninkrijk dat verandert, transformeert, bevrijdt, leven geeft en je een hemelse identiteit geeft.

 

Toen hij klaar was met spreken, zei hij tegen Simon: Vaar naar de diepte en werp je netten uit om te vangen.

Hij antwoordde Simon en zei tegen hem: Meester, de hele nacht hebben we gewerkt en we hebben niets gevangen; maar op uw woord zal ik het net uitwerpen.

En toen ze dat gedaan hadden, vingen ze een grote hoeveelheid vis, en hun net scheurde.

Toen gaven ze een teken aan hun metgezellen die in de andere boot zaten om hen te komen helpen; en zij kwamen en vulden beide boten zodanig dat ze zonken.

Toen hij dit zag, viel Simon Petrus op zijn knieën voor Jezus en zei: Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.

Vanwege het vissen dat ze hadden gedaan, had angst hem gegrepen, en al degenen die bij hem waren,

en evenzo van Jacobus en Johannes, zonen van Zebedeüs, die Simons metgezellen waren. Maar Jezus zei tegen Simon: Wees niet bang; vanaf nu ben je een visser van mensen.

En toen ze de boten aan land brachten en alles achterlieten, volgden ze hem.